Regenwormen (review)

Publicatiedatum
22 februari 2021
Leesduur
4 minuten

Wie van dobbelspellen houdt, moet de term "Regenwormen" bekend in de oren klinken. Een razendpopulair dobbelspel, waarbij je de juiste combinaties (en keuzes) moet maken om een zo hoog mogelijk score te werpen in één beurt. En vergeet daarbij nooit de regenworm(en) zelf, want dan heb je sowieso geen score!

Wat zit er in de doos?

De inhoud van de doos is zeer beperkt, maar dit zegt nog zeker niks over de dynamiek en veelzijdigheid van het spel. Je ziet 8 dobelstenen met op de zijkanten de getallen 1 t/m 5 en waar je de 6 zou verwachten staat een... rode regenworm ;-). Daarnaast en tot slot bevat de doos stenen met daarop de waarden 21 t/m 36 en een varierend aantal regenwormen. That's it!

Afbeelding 1: De voorkant van de doos   -   Afbeelding 2: De inhoud van de doos

Spelvoorbereiding en puntentelling

Voordat je begint met spelen, leg je alle stenen in oplopende volgorde tegen elkaar aan. Dus als één lange sliert. Klaar om te beginnen.

Je ziet nu direct dat het aantal regenwormen op de stenen, bij hogere socres meer wordt. De lagere scores hebben één regenworm, de hoogste 4. Deze regenwormen zorgen ook voor de eindscore. Als het spel is afgelopen telt iedere speler het aantal regenwormen op de stenen die hij heeft bemachtigt. De speler met het hoogste aantal wint.

Maar hoe bemachtig je die stenen dan? Dat ga ik je nu uitleggen.

Hoe verloopt het spel?

Als de stenen als een sliert op tafel liggen kun je dus beginnen. Je speelt ombeurten en het doel van een beurt is om zo veel mogelijk punten te werpen. Punten komen overeen met het aantal ogen op de dobbelsteen en de regenworm is 5 punten.

Je begint je beurt door alle dobbelstenen te gooien. Nu sta je voor een keuze. Je moet één of meerdere van eenzelfde soort opzij leggen. Heb je een soort opzij gelegd, bijvoorbeeld 3x de 5, dan mag je de 5 in je volgende worpen niet meer opzij leggen. Je gooit opnieuw. Je legt nu 2x een 4 opzij. Bij iedere volgende worp wordt het aantal opties minder. Gooi je als derde worp nu bijvoorbeeld alleen maar 4-en en 5-en, dan ben je af. Je kunt dan namelijk niks meer opzij leggen.

Vanaf de tweede worp komt er dus ook de keuze bij om wel of niet verder te gaan. Soms heb je die keuze niet, en dat is als je nog geen regenworm(en) opzij hebt gelegd. Je moet namelijk minimaal één regenworm opzij leggen om een geldige score te krijgen.

Stenen bemachtigen/verliezen

Want... om stenen te bemachtigen, moet je dus minimaal 21 punten gooien. Gooi je meer dan 36 punten (bijvoorbeeld met 4 regenwormen, 2x een 5 en 2x een 4; dit is 38 punten), dan pak je alsnog de 36. Maar gooi je minder dan 21, dan heb je pech.

Daarnaast kun je natuurlijk alleen pakken wat er in de sliert ligt. Dit wordt gedurende het spel steeds minder, totdat alle stenen op zijn. Maar dat kan dan toch heel lang duren? Dat klopt, maar daar is in de spelregels iets op bedacht. Gooi je namelijk geen score/te weinig punten, dan moet je je laatst gewonnen steen terugleggen in de sliert en de meest rechtse steen in de sliert (met de hoogste waarde op dat moment) omdraaien. Die steen is dan uit het spel.

Om geen verwarring te creeeren met welke steen je wanneer hebt gewonnen, is het makkelijk om deze te stapelen. Je laatst gewonnen steen ligt dan bovenop, dus die leg je terug als je geen score haalt.

Hoe win je het spel?

Zijn alle stenen verdeeld over de spelers of omgedraaid (uit het spel gehaald) in de sliert, dan is het spel voorbij. En degene met de meeste regenwormen op zijn stenen, dus niet met de meeste punten, heeft gewonnen.

TIP: Spelvarianten

  1. Variant 1 (altijd een score): Als je dit spel voor het eerst speelt, of als je het speelt met jonge kinderen, kun je ervoor kiezen om de regel van het "dood gooien" niet te laten gelden. Je gooit dan net zo lang met de dobbelstenen in een beurt, totdat je niet meer kunt of alleen maar dezelfde dobbelstenen gooit als die je al opzij hebt gelegd. Op deze manier heb je dus bij iedere beurt een score, deze kan dan hoogstens nog te laag zijn voor het aanbod aan stenen in de sliert.
  2. Variant 2 (niet terugleggen): Naast de eerste variant kun je er (ook) voor kiezen om niet met het principe van "terugleggen" te werken. Soms is het namelijk erg zuur als je richting het einde van het spel een hoge score gooit en deze steen in je volgende, soms laatste :-(, beurt weer moet inleveren. Zonder terugleggen gaat de beurt dan gewoon naar de volgende. Het omdraaien van de hoogste steen zou ik wel intact laten, anders kan een spel namelijk erg lang (als in uren) gaan duren.

Conclusie

Een leuk concept waar weinig (dobbel)stenen voor nodig zijn. Vanwege de niet al te lange speelduur ook erg goed "tussendoor" te spelen, dus als je niet heel veel tijd hebt of ergens even moet wachten. Qua spelregels, door middel van enkele varianten, dus ook heel goed af te stemmen op de doelgroep. Wij spelen het spel als gezin in ieder geval zeer regelmatig, dus hopelijk zegt dat voor jou genoeg.